Onderzoek | Zoönosen

Onderzoek naar zoönosen in de kalverhouderij

Het RIVM en de NVWA beginnen in januari 2022 met een onderzoek naar zoönotische ziekteverwekkers in de kalverhouderij. Dat meldt de KNMvD. Eerder zijn in soortgelijke onderzoeken veehouderijen met onder andere varkens, leghennen en melkvee onderzocht.

Via een steekproef worden 200 kalverbedrijven (100 blankvlees en 100 rosé) geselecteerd voor het onderzoek. Inspecteurs van de NVWA bezoeken deze bedrijven en verzamelen mestmonsters en neusswabs in de stal(len). Samen met de veehouder wordt een vragenlijst ingevuld over het bedrijf. De monsters worden onderzocht op de aanwezigheid van campylobacter, salmonella, listeria, ESBL-producerende bacteriën, colistine-resistente bacteriën, MRSA, STEC en cryptosporidium.

Onderzoek bij veehouders en medewerkers

Het RIVM vraagt veehouders, gezinsleden en medewerkers van deze bedrijven of zij willen deelnemen aan onderzoek naar zoönotische ziekteverwekkers bij de mensen op het bedrijf. Deelnemers wordt gevraagd om twee ontlastingsmonsters en een neusswab af te nemen en op te sturen. De veehouders ontvangen, indien gewenst, de uitslagen van de onderzoeken op hun bedrijf. De uitslagen van deze onderzoeken hebben géén consequenties voor de onderzochte dieren of de deelnemende bedrijven.