Starten met vaccineren voorafgaand aan deze winter, als er al een beschikbaar vaccin zou zijn, is weinig effectief. Dat hebben deskundigen van de Deskundigengroep Dierziekten gezegd tegen minister Adema van LNV, meldt hij in een brief aan de Tweede Kamer.
De inschatting van de Deskundigengroep Dierziekten is dat vaccinatie op dit moment weinig toe kan voegen aan een daling van het aantal nieuwe infecties met blauwtong. De meeste geïnactiveerde vaccins, van goede kwaliteit, moeten tweemaal worden toegediend, met enkele weken tussentijd, waarna voldoende bescherming pas zeven tot acht weken na de eerste vaccinatie verwacht mag worden, aldus de deskundigen.
Geen toelating Zuid-Afrikaans vaccin
Adema vindt het wel belangrijk dat er zo snel mogelijk een vaccin tegen blauwtong serotype 3 beschikbaar komt. De hoop was in eerste instantie gevestigd op het vaccin Blu-Vax uit Zuid-Afrika, maar het aCBG/BD adviseert de minister om geen toestemming te verlenen voor het gebruik ervan. Er zijn volgens het medicijnbeoordelingsagentschap onder andere veiligheidsrisico’s vanwege ontbrekende informatie. Zo zou er een klein risico op de aanwezigheid van andere virussen zijn en de aanwezigheid van niet-geïnactiveerd blauwtongvirus van de serotypen die in het vaccin aanwezig is. Ook is er “gerede twijfel” over de werkzaamheid van Blu-Vax tegen BTV serotype-3 in Nederland. Adema geeft daarom geen toestemming voor gebruik van dit vaccin.
De minister wil vol inzetten op de ontwikkeling van een Europees vaccin. “Ik voer gesprekken met farmaceutische bedrijven die ervaring hebben met vaccins tegen blauwtongvirussen. Ik doe dat samen met andere lidstaten die al besmet zijn of een risico lopen op besmetting om zo producenten te stimuleren vaccin te gaan produceren.”
Onderzoek naar gevolgen voor dieren
De blauwtong-infecties leiden tot ernstige ziekteverschijnselen en sterfte bij dieren. Met name onder schapen wordt dit veel gemeld, maar ook rundvee wordt getroffen, waarbij ook (melk)productie-verliezen worden gemeld. Er is op bedrijven sprake van een gevarieerd beeld, in percentage besmette dieren, in de ernst van de ziekteverschijnselen, in het percentage dieren dat doodgaat als gevolg van de infectie en in de daling van de (melk)productie. Om hier meer objectief beeld bij te krijgen laat minister Adema het klinisch beeld dat tot nu toe is gerapporteerd preciezer in beeld brengen door de GD. “Daarbij wordt ook gekeken naar het verloop van het klinisch beeld in de tijd. Dat biedt voor houders en dierenartsen meer inzicht in deze ziekte. Ook kan het dierenartsen mogelijk helpen om adviezen te formuleren en ondersteunende behandeling in te zetten. Dit onderzoek is net gestart, ik verwacht de eerste resultaten voor het einde van het jaar”, aldus Adema.
Afname knuttenactiviteit
Als de maximale dagtemperatuur gedurende minimaal twee weken onder de 10° Celsius blijft, of wanneer de maximale dagtemperatuur gedurende minimaal één week onder de 10° Celsius blijft en er gedurende die week sprake is van drie nachtvorsten, dan neemt de knuttenactiviteit af en zullen er vrijwel geen nieuwe besmettingen plaatsvinden. Dat concludeert de Deskundigengroep Dierziekten. De verwachting is dat BTV3 zal overwinteren.
Besmetting op meer dan 1.000 bedrijven
Inmiddels is op meer dan duizend bedrijven een blauwtongbesmetting vastgesteld op basis van onderzoek op bloedmonsters. Het betreft ruim 700 bedrijven met schapen en bijna 300 bedrijven met rundvee. Ook zijn er enkele besmettingen gevonden op geitenbedrijven (4) en bij alpaca’s (7). Daarnaast zijn op ruim 700 bedrijven ziekteverschijnselen gemeld die passen bij blauwtong, zonder dat hier nader bloedonderzoek is gedaan. Alleen uit de provincies Limburg en Groningen zijn op dit moment (d.d. 12 oktober) nog geen meldingen.