Aangeboden: een 4de kalfs Zwartbonte HF koe, leeftijd 7 jr. en 5 mnd., 1 ½ eerder geïnsemineerd.
Bedrijf van herkomst is Lepto/IBR/BVD vrij Salmonella gunstig en heeft de Paratbc status ‘gunstig’. In de regio waar het dier vandaan komt, is leverbotbesmetting een constante dreiging. De klacht is ‘vermagering’, ‘doet ’t niet’.
De algemene indruk is dat het dier attent en mager (BCS = 2) is. Een slechte pensvulling en een venepols tot aan de kaaktakken bij de kruin op schofthoogte zijn opvallend. Dit kan wijzen op een verhoogde druk in het veneuze systeem, waarbij door de grotere spanning op de veneuze wand de voortplanting van de drukgolf verder stroomopwaarts mogelijk is. Algemeen onderzoek: A. 48 costoabd. P. 100 T. 38.8 te bleke slijmvliezen. Normale pensbewegingen. Leverpercussie geeft een sterk vergroot leverveld aan. Negatieve pijnproeven.
Bloedonderzoek:
- HT 0.20 (ref. 0.21-0.37)
- Lymfocyten 2.0 (2.7-8.8)
- ASAT 78 (54-100)
- GGT 49 (<42)
- LDH 980 (1310-2358)
- TE 79 (67-75)
- Alb 20 (30-35)
- Alpha1 18 (8-9)
- Gamma 32 (17-22)
- ureum/kreat gb
- Triglyceriden < 0.1 mmol/l (bij leverparenchymschade zijn Triglyceriden mogelijk verlaagd)
Bij echoscopie bleken er geen afwijking aan de levervenen zichtbaar. Doppler wees een normale doorstroming uit.
Omdat de koe een matig ongemak had en de prognose infaust leek, is besloten tot euthanasie.
Sectie wees uit dat er een groot abces zat in de Vena Cava Caudalis t.h.v. de lever. Vanuit dit abces waren metastatische processen ontstaan in de longen.